Welkom op mijn blog

Bespiegelingen van Erick Wuestman rondom:
- Circulaire Economie,
- ontwikkelingen binnen de Stichting Circulaire Economie
- ervaringen in relatie tot SquibS, events van, door en voor slimme jongeren.


Sunday 21 June 2015

Leren van het sorteren van plastic huisvuil.

Verslag en leerervaringen rondom het bezoek aan de mega kunststof afval sorteer installatie.

Hoewel afval niet mijn ding is maakt het wel een substantieel deel uit van wat Circulaire Economie betekent. Op het gebied van gescheiden afvalinzameling worden grote stappen gezet en daarom was het interessant om eens met eigen ogen te zien, wat op dat gebied nu het plastic neusje van de zalm is.

Ik heb met een KplusV delegatie een bezoek mogen brengen aan de "huishoudelijk plastic afval sorteer installatie" van SUES Evironnement in Rotterdam (voorheen Sita). Erg leerzaam en boeiend!

We kregen uitgebreide blik in de installatie zelf en vooraf werd uitgelegd hoe het hele proces in elkaar steekt.
Wat blijkt is dat het overgrote deel van de Nederlandse afvalophaaldiensten de uitsortering van het kunststof afval (onze oranje kliko en de Plastic Hero zakken) heeft uitbesteed aan Sita. Middels een Europese Aanbesteding kwam Sita bij twee grote cluster aanbestedingen als beste uit de bus en krijgt nu dus letterlijk bergen kunststof "afval" naar binnen geschoven.
Zoveel dat de bestaande installatie momenteel wordt verdubbeld in capaciteit.

In kwaliteit van het sorteerproces zijn de afgelopen tijd ook grote stappen gezet. De installatie was vorig jaar in staat 75% van de input gesorteerd uit te laten stromen in mono grondstof pakketten. Sinds de aanbesteding en de daarin uitgevraagde kwaliteitssprong, is de installatie nu in staat 90% van de input netjes gesorteerd uit te laten stromen.

Maar wat betekent dat nu precies?
En wat kunnen wij als consument doen om dit proces effectiever te maken?

Ik vond het verbazend leerzaam allemaal en wil jullie als lezers graag laten delen in die leerervaringen.

De mono output die de "mega machine" realiseert komt neer op ongeveer 8% PET, 8% Polypropyleen, 8% Polyethyleen, 18% folie, een mix bulk van 33%, een niet nader te bepalen rest van 7%, dan nog een klein percentage blik plus aluminium en ongeveer 3% aan Dranken Kartons. Daarmee mag 90% als geselecteerd resultaat worden aangemerkt, waarbij er ook nog een bepaalde minimale verhouding moet bestaan tussen de mono (hoogwaardige geselecteerde) producten en de MIX. De mono stromen zijn namelijk hoogwaardiger her te gebruiken dan de MIX en zo is de trigger ingebouwd dat de sorteerinstallatie maximaal moet streven naar zo hoogwaardig mogelijke output.

De hele bubs wordt door de afvalinzamelaars op een grote berg gestort in de invoer hal. Daar grijpt een handbediende kraan telkens een bek vol materiaal en kiepert dat in een start-stort-bak. Dat gebeurt handmatig aangestuurd opdat de machinist met zijn kraan eerst de grote stukken en folie's er tussenuit kan peuteren. Van landbouwplastic en lange foliestroken zoals inpak rollen e.d. raakt de hele lopende band namelijk verstopt.

Eerst trekken twee zakkenscheurders de grote zakken aan stukken zodat de inhoud vrij komt.
Daarna komt de boel op een grote aanvoer lopende band, in een dikke stroom rommel.
De band loopt naar het hoogste punt in de hal en van daaruit begint het proces van sorteren.

De grove scheiding gebeurt in een grote trommel / meters hoge tunnel, die draait en die een beetje schuin omlaag leunt. Het eerste deel van deze tunnel heeft kleine gaten in de wand, hoe verder in de trommel hoe groter de gaten. Deze gaten vormen een zeef waar de kleine onderdelen doorheen zakken. Gewoon op zwaartekracht en door het draaien van de trommel / tunnel. Uiteraard zakken de kleinste stukken al door de eerste gaten, verderop zakken de grotere onderdelen er door en wat nergens past komt aan het eind en stort daar over een rand op de transportband voor grote stukken en folies.

Elke doorsnede aanvoerstroom komt op een eigen bulkband. Door deze bulk stroom te storten op een lager liggende band met veel hoger transport snelheid, verspreid zich de materie in een meer overzichtelijke stroom. (Zie foto) Dit is gaaf om te zien. Zo simpel en zo effectief!

Vervolgens komt de materie door een volgende scheider en trekken magneten het ferro metaal er uit.

Daarna wordt het wat meer high-tech. Een optische scanner boven de band kijkt of er drankenkarton op de band voorbij komt. En daar gebeurt het eerste wondertje! De band eindigt en alles stort naar beneden op een lager liggende band. Alleen wanneer er een drinkpak is herkend, weet het systeem dat een seconde later dat pak over de rand zal kieperen en een direct achter die stortrand liggend spuitmondje perst er op exact het juiste moment een stoot luchtdruk uit, waardoor het dat melk- of drinkpak naar boven blaast. Dat pak krijgt door zijn aanvoersnelheid en extra luchtdrukstoot een andere baan door de lucht en landt achter een rand, waarmee het vallende pak op een andere transportband terecht komt dan de rest van de verpakkingen die kort over de rand zakken. En zo zijn die weggeblazen pakken daardoor gescheiden van de rest.

Een volgende stap lijkt op die hiervoor maar in plaats van blazen met spuitmondjes zit er hier een soort grote magneet onder de band aan het eind, waardoor aluminium wordt afgestoten, zoals twee magneten dat met hun konten tegen elkaar kunnen doen. Daarmee katapulteert het alle aluminium blikjes en vleesbakjes etc. (maar ook chipszakken!) over de iets verder weg gelegen selectiestortrand.

De volgende scheiders selecteren via infra rood signaleringen of er PET langs komt en blazen die PET producten over de tweede rand.
Een band lager schieten ze PE over de selectierand, tot er onderaan geen onderdelen meer zijn te onderscheiden en wat daar overblijft heet MIX. Binnen die MIX gaat er nog een slag overheen om vreemde zaken uit te splitsen en uiteindelijke heb je een MIX kunststofstroom en een reststroom.

Bovenstaand is de leken vertaalslag van wat er gebeurt. Zo zitten er bijvoorbeeld ook nog ballistische scheiders tussen, een soort dansende bodem balken uit het spookhuis, die kleine items naar boven doet lopen en grote naar beneden. En zijn er windscheiders. En nog veel meer van dit soort gave high- en low-tech engineerings juweeltjes.

De mono stromen lopen allemaal voor een laatste visuele controle nog van verschillende kanten, een soort grote cabine binnen waar kerels (en 1 dame) met de hand soort-vreemde objecten er uit graaien en de rest stort daarna in hun eindstroom richting de balen pers.

De hele lopende banden opstelling krult zo door elkaar heen, dat wanneer het onderweg met de installatie een keer niet goed gaat, er ergens een tussenluik open wordt gezet, waardoor de hele aanvoer direct terug stort op een eerdere aanvoerband en gaat de materialenstroom opnieuw een deel van het systeem door.
In zijn geheel heeft een product gemiddeld gezien ongeveer 10 minuten nodig van start tot finish.

Wat ik opmerkelijk vond is dat er een aanzienlijk verschil bestaat tussen Nederlands plastic afval en het Duitse en Belgisch afval. Scheidingsinstallaties in andere landen kunnen bij lange na niet de scheidingsgetallen halen die Sita in NL haalt en andersom werkt dat ook niet. Dit heeft te maken met de scheidings mentaliteit en afspraken per land, maar ook met andere wetgeving over statiegeld op grote en kleine PET flessen bijvoorbeeld en culturele verschillen rondom eetpatronen en in welke verpakkingen men voedingsmiddelen gewend is te kopen.

Ook bijzonder is dat niet elke gemeente waar de inzameling al wel bij deze Sita installatie uit komt, een beleid heeft rondom het wel mee mogen geven van drinkpakken en blik in de plastic sorterings eenheid. Oftewel of er al wel drankenkartons en blikjes in de oranje plastic kliko mogen.

HOE KAN HET NOG BETER?
Dat is de vraag die mij bij dit soort contacten en bedrijfsbezoeken altijd het meeste bezig houdt.

Ik heb hier een aantal antwoorden op verzameld:

Zorg als consument dat de verpakkingen leeg zijn!
Want wanneer ze te zwaar zijn kan de sorteerinstallatie ze wel herkennen, maar lukt het wegblazen niet en landen ze dus niet op de juiste transportband. Die producten worden verderop niet nog een keer herkend en komen daarmee in de reststroom terecht. Dat is dan een gemiste kans om dat materiaal te kunnen hergebruiken. Dit geldt voor drinkflessen maar zeker ook voor vla en yoghurt pakken! Dus leeg knijpen die pakken voordat je ze weggooit!

Er kan meer in de oranje kliko dan ik had gedacht!
De installatie zuivert en herkent open verpakkingen e.d. van zichzelf in een mate die mij heeft doen besluiten dat ik ook de wat meer vervuilde items, die ik nu schuldbewust in de grijze kliko deponeer, toch wel in de oranje zal stoppen de volgende keer.

Lever doppen/ deksels en body's gescheiden van elkaar aan!
Doppen en flessen/flacons zijn vaak van verschillende materialen gemaakt. Die kunnen niet worden gescheiden door deze installatie. En een deel daarvan komt daardoor dus bij de verkeerde stroom terecht. Dat scheiden gebeurt waarschijnlijk wel alsnog bij de verwerkers, maar dat werkt vervuilend voor de monostromen en een deel komt daardoor niet voor hergerbuik in aanmerking. Ik ga vanaf nu waar mogelijk doppen en body's gescheiden in de bak deponeren.

Fabrikanten wees consistent in de materiaalkeuze van verpakkingen!
Producenten van levensmiddelen selecteren hun verpakkingsmateriaal normaal gesproken op logische gronden. Die technisch zijn van aard. Boter komt heet in de verpakking. Dus moeten de boterbakjes warmtebestendig zijn. Maar voor niet hitte bestendige verpakkingen gelden die uitgangspunten niet en daar blijken producenten op basis van kostprijsfluctuaties te switchen van grondstoffen. Zo kan het gebeuren dat de handmatige selecteer medewerkers een serie flacons uit de lijn pikken want hen is geleerd dat die wasverzachters in een PP verpakking zitten. En dan blijkt ineens dat er ook een serie PE verpakkingen met exact hetzelfde uiterlijk is geproduceerd. Dat is dus funest voor de sorteerders en staat daarmee hergebruik van die grondstoffen in de weg en/of ze vervuilen de verkeerde monostroom.

Zwart gat voor zwarte kunststoffen.
Op dit moment heeft de selecteer installatie moeite met het herkennen van zwarte kunststoffen. Gelukkig wordt daar wel hard aan gewerkt. Onlangs brak de tuin periode weer aan en kwamen er bergen zwarte poot-planten bakjes over de band voorbij. De producenten daarvan zouden graag die grondstoffen willen hergebruiken, dus daar ligt weer een kans om de 90% te overstijgen!

Inmiddels loopt het zo goed met het inzamelen en sorteren van huishoudelijk plastic afval dat de kilotons die waren voorspeld voor het einde van het jaar, al in september gehaald gaan worden. Dat is goed nieuws voor de Circulaire Economie. Alleen in de financiële middelen om deze selectieprocedure betaald te krijgen komt er zo een kink in de kabel. Het wordt nog spannend of de producenten van de verpakkingen, hun verantwoordelijkheid gaan nemen, om de bijdrage die zij hierin moeten afdragen, ook uit zichzelf gaan overmaken.


Er zijn nog de nodige vraagtekens te plaatsen bij het hele verpakkingen traject en het sluiten van ketens, ook in dit kunststof verhaal.

Denk aan hoe het moet met bedrijfsmatige verpakkingen en kunststof afval? Daar is op dit moment nog geen retour traject voor. En huisvuil ophaaldiensten mogen absoluut geen bedrijfsmatig afval oppikken onderweg. Daar wordt zwaar op gecontroleerd!

En wat nu, wanneer we als maatschappij steeds meer BioBased verpakkingsmateriaal gaan gebruiken? De consument herkent dit niet en mikt het in de plastic kliko. De scheiders in de installatie bij Sita zien er geen PP, PE of andere kunststof in en zo eindigt dit bij de categorie REST, waarmee het (volgens mij) de verbrandingsoven in gaat. En dat is nu precies waar we vanuit Circulaire Economie bezien niet willen dat BioBased materialen eindigen!  (Niet BioBased materialen ook niet trouwens!!)

Kortom veel geleerd en gaaf om te zien!

Sita bedankt voor de rondleiding en het mooie vakmanschap dat jullie aan de dag leggen, op velerlei terreinen! En óp, naar nog vele verbeterslagen in het uitlijnen van de hele toevoerketen en mogelijkheden voor upcycling van de uitstroom van jullie waardevolle sorteer installatie!

In deze film zie je het proces van voor de verbouwing en nog zonder de drankenkartons.






Monday 27 April 2015

Levenslessen van de biologische boerderij.

"Good heui kump zelden van slech gruss" zingt Daniel Lohues in een van zijn prachtige luisterliedjes. Oftewel een goed resultaat (goed hooi) komt zelden voort uit slecht basismateriaal (slecht gras). Wijsheid waarvan je voelt dat deze van generaties op generaties is overgebracht.

"Garbage in, Garbage out" (afval in, afval uit) is de moderne equivalent die je nu in bijvoorbeeld database management en ICT ontwikkeling vaak hoort. Ook een wijsheid als een koe zou je zeggen, of toch niet? In de samenleving van vroeger, zo ook op de boerderij, bestond geen afval. Afval kennen we pas vanaf een tijd na de oorlog.

shit-happend-3D-cover-2"Shit in, Shit out" is nog zo'n nieuwe vertaling. Oscar Jansen, schrijver van boek "Shit Happens" ziet dat heel anders.
Hij heeft er een sport van gemaakt anderen te leren hoe de natuur ons een spiegel voor kan houden rondom effectief leiderschap. Wat kun je als manager oppikken van de manier waarop een biologische boer zijn bedrijf runt? Een vorm van biomimicry dus. Maar de kracht van Oscar is dat hij juist zonder moeilijke woorden weet duidelijk te maken wat in de natuur wel werkt en wat juist niet.

Ik kreeg het nieuwe boekje afgelopen week toegestuurd als bedankje voor het meelezen in de aanloopfase van dit kleine meesterwerkje. En ondanks dat ik dus de inhoud al min of meer kende blijft het lezen een boeiende aangelegenheid.

De parallellen die Oscar trekt tussen het organiseren binnen bedrijven en op de biologische boerderij, zijn verbluffend simpel en razend complex tegelijkertijd. Ze graven daarmee veel dieper dan een gemiddelde metafoor, in mijn ogen.

Oscar noemt pootgoed zijn medewerkers en sommige medewerkers hebben nu eenmaal meer begeleiding nodig (peultjes) dan anderen (aardbeien) om goed vrucht te kunnen dragen. Leuk gevonden denk je dan in eerste instantie. Maar wanneer hij daarna aangeeft dat een boer bij het slecht presteren van zijn medewerker ("zieke" plantjes) niet het plantje de schuld geeft, maar haar omgeving onder de loep neemt (de bodem, vochtigheidsgraad etc.), dan raakt mij dat enorm, vanuit het schrille contrast ten opzichte van hoe in "het bedrijfsleven" in veel gevallen met medewerkers wordt omgaan. En hoe effectiever dat dus zou kunnen door "de lessen van Oscar" serieus te nemen.

Wat te denken van dat overlast van slakken in je tuin niet als probleem moet worden gezien, maar dat dit een signaal is van een gebrek aan vogels. (Mooi voorbeeld in relatie tot mijn vorige blog, Problem Finding i.p.v. Problem Solving.) Wat een mooi bewijs is van de belangrijke waarde van biodiversiteit.

Jaap Peters riep jaren geleden al dat gras niet sneller groeit wanneer je er aan trekt. En ook niet wanneer je daar een organisatie omheen bouwt (slecht voetbalgras in de Amsterdam Arena).
Oscar voegt daar aan toe dat je daarbij ook nog de plant ontwortelt en dus zeker weet dat het daar niet effectiever door zal gaan presteren. Mooie voorbeelden die aansluiten bij het Rijnlands Organiseren waar Jaap Peters met zijn DeLimes organisatieactivisten voor strijdt.

Het mooie van Oscar zijn benadering is dat zijn bevindingen op een vriendelijke en aaibare manier bodem raken. Oscar is niet van de strijdbare ronkende taal op grote podia. Hij nodigt managers uit op een aantal verschillende biologische boerderijen en laat hen op de boerderij ervaren wat er gebeurt als je zelf je handen uit je mouwen steekt. Dat het heilzaam is om vieze vingers te kunnen maken en je soms door de knieën moet om echt te kunnen beoordelen welke kwaliteit je in handen hebt. En dat afwijkend gedrag en vreemde vogels tussen de uitgelijnde pootvelden niet altijd ongewenste gewassen zijn (onkruid), maar een signaal functie hebben en voor innovatie zorgen.

Op de biologische boerderij bestaat er geen afval. Resten van pootgoed en ongewenste planten komen op de composthoop en vormen later de vruchtbare basis voor een gezonde doorleefde bodem, die weer de voedingsbodem vormt voor de volgende oogst. Daar komt geen kunstmatige mest aan te pas en deze manier van werken kent alleen maar winnaars. Een gesloten kringloop, zoals we die ook binnen de Circulaire Economie op alle andere terreinen graag zouden willen zien.

Hoe gezond dat is wordt heel mooi duidelijk in de biologische veeteelt. In de megastallen oplossing van monoculturen in vleesproductie speelt de veearts een grote rol. Intensieve veeteelt betekent ook heel intensief de spuiten van de dokter over de vloer om de boel letterlijk op poten te kunnen houden. De biologische boer krijgt slechts twee maal per jaar een dokter op bezoek en dat is dan nog alleen maar omdat dat wettelijk verplicht is gesteld.
Gezond dus voor die dieren, prettiger voor allemaal en dat proef je, mocht je geen vegetariër zijn.

Shit Happens, de titel van het boek, komt ook voort uit een kenmerkend en leerzaam aspect van het boer zijn, maar ik wil niet te veel cadeautjes uit het boek verklappen.
Er moet voor jullie als lezers natuurlijk nog veel te leren over blijven en niemand kan jullie dat beter uitleggen dat Oscar Jansen zelf.

Dus, lees zijn boek, of beter nog, bel hem op en maak een afspraak om met je hele team een dagje te komen klussen op de boerderij. Een leerzame beleving die je niet in je koude overall zal gaan zitten!

Klik hier om naar de site van Oscar te gaan waar je het boek kunt bestellen, of digitaal lezen.


Sunday 29 March 2015

Problem Finding en Circulaire Economie.

Er wordt steeds meer gesproken over Circulaire Economie. De beelden die mensen daarbij hebben verschillen echter nogal.

Zorgvuldig omgaan met grondstoffen & talent en het volhoudbaar organiseren van processen om dit te bewerkstelligen, kort samengevat is dat de manier waarop we er als Stichting Circulaire Economie tegenaan kijken. 
Populair gezegd: het bouwen van "glijbanen" die er voor zorgen dat we slimmer omgaan met producten en de grondstoffen die daar in zijn toegepast. 

Dat is technisch gezien helemaal niet moeilijk eigenlijk. Er is al enorm veel technische kennis over hoe we dat kunnen doen. Schappen bij universiteiten, hogescholen en bedrijven liggen vol met prima oplossingen om hiermee hogerop te komen. De reden dat we geen gebruik maken van die mooie nieuwe, of soms hele oude oplossingen is niet technisch van aard, maar is mensenwerk. 

Een deel van het probleem is dat de wij als samenleving slecht in staat zijn kennis onderling te ontsluiten. Dat moet beter vindt men en Valorisatie is het toverwoord hierin binnen het hogere onderwijs. De aandacht is er dus op dat punt, de wil ook, nu nog de HOE vertalen naar actie. 
Daar zijn wij als Stichting inmiddels actief bij betrokken door met hogescholen, een universiteit, bedrijven en regionale overheden werk te maken van deze kennisdeling. We doen dat binnen reguliere opleidingen en via student challenges vanuit onze Circular Incubator.
Naast de directe kennisverspreiding en een waardevolle wisselwerking tot stand brengen, spelen onderzoek en het opbouwen van Big Data banken hierbij een rol, richting het opschalen van de Circulaire Economie.

Ons plezier zit daarbij vooral in het enthousiasmeren van jong professionals voor de nieuwe manieren van kijken en organiseren die wenselijk (en in mijn ogen noodzakelijk ) zijn voor het van de grond krijgen van een nieuwe economie. Wij sluiten daarbij aan bij de roep naar 21th Century Skills binnen onderwijs en bedrijfsleven. We gaan zelfs dieper dan dat, door ons niet alleen te richten op "Problem Solving" maar ook op "Problem Finding". Leren zien waar de pijn vandaan komt en daarin je denkspieren ontwikkelen. Wanneer je als student daar vaardig in wordt heb je enorme strepen voor binnen het toekomstige beroepenveld.

Dat klinkt wellicht allemaal toch behoorlijk ingewikkeld?  Ik zie dat niet zo.
Het is de kunst om vanuit een soort hiërarchie te zoeken naar verbanden die dingen laten gebeuren zoals ze gaan.

Zoals je bij een haperend auto onderdeel niet alleen dat onderdeel moet opsporen en vervangen / repareren maar je ook moet afvragen waarom dat product is stuk gegaan.

1. Symptoom. Het hortend en stotend rijden.
Symptoombestrijding kun je doen door bijvoorbeeld anders gas te gaan geven zodat het hortende gedrag minder wordt. Doormodderen, zonder het probleem op te lossen.

2. Opsporen van de haperende onderdelen is een nuttige actie. Dat kan tegenwoordig door in de garage met de juiste apparatuur uit te lezen waar de foutmelding vandaan komt.

3. Problem Solving doe je door stap 2 te laten opvolgen door stap 3, namelijk het kwalijke onderdeel vervangen of repareren.

Maar zonder een vakbekwame zoektocht naar de oorzaak achter de teloorgang van dat onderdeel is de kans groot dat de kwaal zich zal herhalen. Je hebt wellicht de bron niet opgespoord.

4. Problem Finding is het vinden van die bron. Daarvoor heb je inzicht nodig in de processen, de rol van verschillende onderdelen daarin en de eventuele krachten van buiten die van invloed zijn op het opereren van het geheel.

Dat is doorgaans een complex geheel aan factoren die op elkaar inwerken, waarvan een deel bekend is, maar een groot deel zich buiten ons bewuste kennisdomein bevindt. Om dat te ontsluiten heb je vaak meerdere professionals, gebruikers en andere "stakeholders" nodig die met elkaar die "big picture" kunnen inkleuren. Vanuit die big picture is een select gezelschap in staat de onderliggende patronen te herkennen die oorzaak en gevolg bloot leggen. Zodra de oorzaken op tafel liggen kan er worden gewerkt aan een nieuw handelingsperspectief.

Het in een veilige omgeving mogen oefenen van de skills die nodig zijn om in dit soort situaties waarde toe te voegen is één van onze drijfveren om met kennisinstellingen en studenten te willen werken.

Het kunnen omgaan met dergelijke tijdelijke denktanks en het verkennen van elkaars kennis en mogelijkheden is essentieel voor het optimaal genereren van maatschappelijke meerwaarde uit de kantelingen die wij als samenleving door zullen maken. En iedereen, jong en oud, heeft er baat bij dat we nieuwe generaties van professionals wakker schudden die niet alleen doen wat hen is opgedragen, maar die in staat zijn verschil te maken. En niet alleen door zelf een dappere Start-Up te beginnen, maar juist ook door binnen bestaande organisaties te helpen het roer om te gooien.

Wij bieden het organiseren van dergelijke Problem Finding & Problem Solving trajecten aan onder de naam "Circulaire Wasstraat". Door gebruik te maken van effectieve technieken komen we in een compacte tijd met een groep stakeholders en andere kenniswerkers tot diepgravende inzichten. Van daaruit gebruiken we ieders creativiteit om nieuwe oplossingen te bedenken, die we vervolgens in kleine teams opwerken tot waardevolle verbetervoorstellen.

Afhankelijk van de vraagstelling combineren we in die Circulaire Wasstraat experts uit verschillende vakgebieden mét stakeholders vanuit de opdrachtgever(s). Met hen bouwen we, alleen al door de multidisciplinaire en cross-sectorale samenstelling van de deelnemers, een waardevolle voedingsbodem voor slimme oplossingen en er ontstaat ook direct draagvlak binnen de verschillende organisaties rondom de uitkomsten.


Praktiseren wij dan als Stichting what we preach? Oftewel welk Problem do we Solve met de Circulaire Wasstraat en deelname aan onderwijsontwikkelingen?

Nu gooien we als maatschappij producten weg in plaats van dat we ze terug halen en hergebruiken, al dan niet op materiaalniveau. En alle bestaande verdienmodellen zitten vol prikkels om dit zo te (blijven) doen. Om dat te veranderen moeten we af van deze "perverse prikkels" rond achterhaald gedrag.

Hoe krijgen we de vingers achter deze perverse prikkels? Door Problem Finding skills in te zetten. Een truc daarbij is het doorvragen op de WAAROM. 
Jonge friskijkende studenten hebben nog niet de blinde vlekken die ervaren rotten in een vak vaak wel hebben. Door studenten in te zetten in een Circulaire Wasstraat vergroten we de potentie van het vinden van de vraag achter de vraag. En trainen studenten hun ontwikkel spieren en leren direct hun eigen meerwaarde te herkennen tegenover de ervaren professionals. Een win-win voor alle partijen. En het sterkt al die partijen richting het vaker toevoegen van dit soort waardeontwikkeling mogelijkheden in vervolgsituaties.

De Circulaire Wasstraat is een krachtig middel in het samen verspreiden én ontwikkelen van kennis. En daarin zijn friskijkers van grote toegevoegde waarde.
Die friskijkers willen we leren hun eigen waarde te herkennen en te ontwikkelen. En door dat in te brengen in het onderwijs zitten we aan de bron van hun professionele ontwikkeling. En kweken we talenten die bij het toetreden van de arbeidsmarkt al stevig genoeg staan om een krachtig weerwoord te kunnen bieden tegenover de "oud gedienden". Om te zorgen dat zij niet "eerst hun 3e dienstbroek hoeven te verslijten, voordat zij recht hebben op een eigen mening". 

Een niveau hoger is ons Ecosysteem van participanten binnen onze Stichting Circulaire Economie sowieso een "Enabling Environment" rond Valorisatie, door het actief en project georiënteerd verbinden van Ondernemers, Onderwijs en Overheid. Dit heet in professionele kringen de Triple Helix. 
In onze ogen moeten deze 3 O's in de Triple Helix regelmatig worden uitgebreid met bijv. financiële dienstverleners en eindgebruikers, om krachtiger te kunnen werken aan het Problem Finding karakter van bepaalde projecten en zoektochten. Wetende dat het deelnemen aan dergelijke samenwerkingen en programma's zorgt voor onderling begrip en draagvlak voor het kantelen richting nieuwe en vaak onverwachte coalities en frisse businessmodellen.

Ben jij hier goed in, of wil je dat worden? 
Zie je ook overal kansen?
Werk je ergens waar de bereidheid groot is om circulair te bewegen, maar men weet niet hoe? 
Ben je al koploper en wil je verder? 

Voor iedereen die deze materie boeiend vindt heeft ons Ecosysteem heel wat te bieden. Maak daar gebruik van door ook participant te worden. In samenspraak werken we dan een plan uit rondom jouw/ jullie specifieke situatie en wensen.

To avoid Problems Finding us:

Erick Wuestman.   
Tel.: 0654307183
Mail: erick@circulaire-economie.info

www.erick.nl
www.circulaire-economie.info

Thursday 12 February 2015

50 Shades & Circulaire Economie. Denkbeddingen verleggen!

Jaren geleden deed ik een training bij het COCD in Antwerpen, het Centrum voor de Ontwikkeling van Creatief Denken. Daarin was één van de oefeningen om je eigen denkbeddingen (ingesleten denk routines en zienswijzen) te verleggen, het zoeken naar verbanden tussen ogenschijnlijk totaal verschillende onderwerpen. Bijvoorbeeld het uitvinden van een beter douchegordijn door dat gordijn te spiegelen aan een trein. Onverwachte inzichten poppen op wanneer je nieuwe verbanden en parallellen of juist verschillen gaat zien.

Iets meer dan een jaar geleden leerde ik mijn auto vliegen op een nachtelijke snelweg, door gelanceerd te worden over een door een gestrande aanhanger verloren wiel. Tijdens die vlucht liep ik een aanzienlijke hersenschudding op waardoor ik wekenlang vooral in het donker heb doorgebracht en mijn bovenkamer moest ontzien. Zelfs lezen viel niet mee, dus geen vakliteratuur en andere zware kost. Tot mijn nieuwsgierigheid zich richtte op dat zo enorm spraakmakende boek over Dé 50 Shades of Grey. Dat bleek onderhoudend genoeg en niet te ingewikkeld. Wel in het Engels, er moest toch iets van een uitdaging in zitten nietwaar!

De afgelopen week ging de verfilming van dat boek in première in Nederland. Dat leek mij een mooi moment om de COCD oefening eens in de praktijk te brengen rondom dat zo enorm populaire boek en mijn normale leefwereld: de circulaire economie.

Waarom? Omdat ik regelmatig roep dat we de Circulaire Economie meer sexy moeten maken? Of omdat de bestaande economie is gebaseerd op perverse prikkels?
Nee, meer vanwege mijn pleidooi dat het tijd wordt om een groot publiek te bereiken met het lonkend perspectief van een (h)eerlijke toekomst. En omdat ik vind dat publiceren in de geijkte vakbladen altijd weer de bekende lezers bereikt en dat het daarom goed zou zijn om nu eens niet in een vakblad, maar juist in bijvoorbeeld de Playboy of de OPZIJ te staan met een goed verhaal.

Tot zover de excuses die ik verwacht nodig te hebben, om als serieus genomen te willen worden expert, mij te verlagen tot zo een belachelijk vergelijk, "met een boek waar je nota bene niet mee in de trein betrapt wilt worden", zoals ik gisteravond hoorde zeggen bij het TV programma Jinek.

Welke parallellen doemen zoal op in de vergelijking tussen 50 Shades en Circulaire Economie?

Mocht jij er een aantal zien die je durft te delen, doe dat dan vooral! Onderaan dit verhaal is "ruimte voor verdieping"?? Let wel, enige kuisheid wil ik wel overeind houden, dus ik pas censuur toe indien nodig!

Er is sprake van een dominante partij, met het grote geld, verdiend in een rijke economie, waarin alles mogelijk is, de maatschappij maakbaar lijkt, hard wordt gewerkt en de hele wereld het speelveld is.
Daarnaast is er een jonge, beetje schuchter en verlegen, onbevlekte nieuwe partij, met idealen, dromen en verwachtingen die nog wat ongeorganiseerd is, wel heel slim en met verleidelijke rondingen en kwaliteiten die een grote aantrekkingskracht hebben. Ook op de dominante partij.

Het zijn tegenpolen die in de confrontatie de nodige spanning opbouwen welke uitmonden in verschillende experimenten, die leiden tot hoogtepunten, dieptepunten, zware beproevingen en teleurstellingen.

De dominante, vooral buitengewoon masculine, partij durft zich niet bloot te geven, is niet gewend enige emotie in zijn leven toe te laten en heeft behoefte aan het "in de hand houden" van de situatie, is uit op macht, op sturing en met name op controle. En als het moet wordt die afgedwongen met harde hand.

De meer vrouwelijke kant zoekt contact, genegenheid, empathie en wil verleid worden in plaats van een oor aangenaaid krijgen. Zij zoekt belangenverstrengeling in positieve zin, hij wil alleen maar zijn zin. Die koopt hij af met geld, veel geld. En om zeker te zijn van zijn zaak denkt hij in contracten, kleine lettertjes voor alles. Letterlijk voor de gekste dingen, vooral daar waar "het gezonde verstand" volledig buiten spel wordt gezet.

Voor de dominante partij is het leven een spel. En hij speelt een rol. De rol van gelukte zakenman, die laat zien dat hij weet te genieten van zijn succes, in het hebben van een mega kantoor, personal assistents die worden uitgezocht op basis van looks en die als "human assets" ook goed worden onderhouden. Ook daar heeft hij zo zijn mensen voor: "stricktly business, mede aandeelhouder".
Achter de schermen blijkt die rol niet helemaal te kloppen met de mens achter de façade. Twijfel, angsten, nachtmerries en diepe ellende blijken de drijfveren voor de hang naar controle, de wil om te domineren en "grip te willen houden op de zaak", door de ander aan de ketting te leggen desnoods.

Daar waar de rondere partij juist op zoek is naar de mens achter de etalage van heel veel spullen en materie, lukt het de partijen toch om dichter naar elkaar toe te groeien.
Beide geven hier en daar wat toe. Laten de teugels rond hun principes hier en daar wat vieren, om ruimte te bieden voor de verlangens van de ander.

Dat gaat niet zonder slag of stoot. En gaat gepaard met de nodige pijn en frustratie. Maar het blijkt toch uitdagend voor beide kampen om alle hindernissen en vooroordelen opzij te leren zetten. Tegenslag te doorstaan en samen te vechten voor een mooie toekomst.

De overgave die de onderliggende partij moet ondergaan om aan de dominante wil te worden blootgesteld van de machtige heersende partij voelt aan alle kanten niet goed. De vraag is hoe je als kwetsbare nieuwe ster aan het firmament duidelijk kunt maken dat je uit ander hout gesneden bent dan alle voorgaande partners op zijn pad. En dat je je niet wilt laten omkopen door een rode Submissive Special (een sportmodel Audi A3) en andere speeltjes van de heersende macht. Terwijl stiekem blijkt dat je toch wel veel plezier kunt beleven aan die andere wereld, waar je tegelijkertijd ook eigenlijk niets mee te maken wilt hebben, omdat die in gaat tegen al je principes en de belevingswereld van al je vrienden en vriendinnen.
Door zichzelf te blijven, tegen te bewegen, mee te stribbelen, zich van de goede kant te laten zien en op goed getimede momenten diepe indrukken achter te laten, weet de nieuwe wereld zich te verbinden met de bestaande wereld. En dat blijkt een vruchtbare transitie op te leveren voor beide kampen. Er groeit wederzijds begrip en dat haalt de scherpe kanten er vanaf.

Uiteindelijk wordt wederzijds duidelijk waar ieders potentie zit, welke bijzondere skills indrukwekkende resultaten opleveren en hoezeer zij elkaar kunnen versterken in het werken aan een vruchtbare toekomst.
De rondere partij weet zich te conformeren aan een stuk zakelijkheid.
De zwart-wit ingestelde heersende economie blijkt vele varianten grijs in zich te kunnen ontwikkelen en leert los te laten, niet alles te willen vastleggen en beheersen, en raakt minder verslaafd aan de oorspronkelijke harde hand waarmee geregeerd werd.

Door elkaar te waarderen op hun sterke punten blijkt er een heel aantrekkelijke en spannend blijvende relatie te kunnen groeien tussen de tegenpolen, die uitmondt in een nieuw leven; de vrucht van een integere en respectvolle belangenverstrengeling.

Zo openbaart zich met een beetje geven en nemen voor beide partijen een nieuwe wereld. Daarin gaat het niet meer over winnen of verliezen, over macht of ondergaan, maar over bewust een context creëren waarin je kunt excelleren en iedereen aan zijn of haar trekken komt.
Dat loopt soms via onconventionele paden en kan ver buiten je eigenlijke comfortzone liggen, maar wie het aandurft te verkennen wat die nieuwe ervaringen te bieden hebben, ontdekt nieuwe horizonnen. En kan passievol bijdragen aan het toewerken naar telkens weer een nieuwe mijlpaal in het wereldse bestaan, met soms hemelse geneugten. Volhoudbaar, spannend, uitdagend, met behoud van eigenwaarde en respectvol naar de omgeving en de ander.






Sunday 25 January 2015

Bouwbroedplaats Scholenbouw

Donderdag 22 jan. vond de BouwBroedplaats Scholenbouw plaats in Amersfoort. Georganiseerd door Sandra van Kolfschoten samen met mensen van Dura Vermeer.
Een heerlijke middag, met als doel om bouwers en onderwijsexperts elkaars taal te leren en te zorgen voor BELANGENVERSTRENGELING zoals Sandra het terecht noemt.

Een prominente plek was weggelegd voor de VIP gasten. Te weten een groep basisschool leerlingen die mee mochten luisteren met de toekomstvoorspellingen van Trendwatcher Lieke Lamb en daar hun meest interessante onderdelen uit hebben gefilterd.
Aan het eind van de middag kwam een tweede groep VIP's binnen, zij werden elk als belangrijke bron van inspiratie toegevoegd aan een team van bouwers en experts om DE IDEALE SCHOOL te ontwerpen.
Ter afsluiting werd een groep PO leerlingen aangekondigd als Minister van Onderwijs en haar metgezellen en zij werden de jury rond het vaststellen van het beste ontwerp.

Het was echt merkbaar hoe de aanwezigheid van de kinderen invloed had op de processen en dat alle volwassenen zich beter dan wanneer ook realiseerden dat een onderwijsgebouw er is voor de gebruikers. En dus daaraan ook maximaal ondersteunend moet zijn. 

Deze middag bracht mij terug naar mijn eerste school ervaring, niet in de bankjes, maar als betrokkene bij huisvesting. Dat begon met het aanbrengen van akoestische demping in de lokale peuterschool waar we als jonge ouders wolken hebben staan snijden van witte Baffles en die als wolkenhemel drie laags dik hebben gemonteerd aan het plafond. Al na de eerste zaterdag klussen was het nadrukkelijk merkbaar dat niet alleen het geluid beter werd, maar dat vooral het gedrag van de kinderen veranderde. Minder druk, minder elkaar overschreeuwen, meer aandacht voor hun omgeving en elkaar. En daarmee veranderde de rol van de juffen mee. Meer op de inhoud, veel minder op handhaving. Én aanzienlijk minder hoofdpijn aan het eind van de werkdag.

Verderop in mijn loopbaan mocht ik als ontwerper en critical friend meewerken aan UniC. Een zeer eigenzinnige HAVO VWO in Utrecht. Deze school haalde bij haar opening direct het jeugdjournaal op TV en is jarenlang regelmatig in het nieuws (geweest) als innovatieve school met een hoog pioniersgehalte. (VPRO Tegenlicht van 1 februari 2015 kwam UniC ook weer voorbij)
We begonnen in een leegstand kantoorgebouw en elk jaar keken we goed hoe het UniC onderwijs zich ontwikkelde en ontwierpen we een passende leeromgeving voor de volgende groep instromers, of voor de groep die doorstroomde naar het volgende leerjaar. Zo liep het gebouw elk jaar vol met 130 nieuwe leerlingen en groeiden alle groepen door naar een volgende ruimte, met nieuwe kenmerken, volledig gebaseerd op het bijzondere onderwijsprincipe van deze overigens gewone openbare middelbare school. 
Maar héél gewoon was het allemaal niet. In 2004 werkten we met speciaal ontworpen in het tafelblad wegklappende beeldschermen, want laptops waren er nog niet, flatscreens in onderwijs was al heel bijzonder. Het hele onderwijs was opgezet om zonder boeken te werken. Alles digitaal, met zelf ontwikkelde digitale lesmaterialen en een uiterst gave eigen digitale leeromgeving. Ruim 10 jaar geleden!!
En ook de fysieke leeromgevingen leken in niets op de leerlingset busopstellingen van alle overige Havo VWO scholen. Dat trok letterlijk bussen vol bezoekers naar Utrecht.

Na 6 jaar had UniC zich dermate bewezen dat de Gemeente Utrecht akkoord gaf voor nieuwbouw. Ik mocht op alle fronten mee denken en werken aan dé ideale leeromgeving voor het UniC onderwijs. Opnieuw alles activiteiten gerelateerd. Grote en kleine ruimtes. Plekken voor dynamiek, plekken voor stilte, hoge en lage tafels, theater en lounge zones etc. En de traditionele aula werd ingewisseld voor openbare centrale zones met een grote variatie aan zit en hangplekken, opdat deze ruimte echt het verlengstuk van de leeromgeving werden.

Architectenselectie, programma van eisen, interieur aanbesteding, interieur architectuur, deelname aan het bouwteam, docentenbegeleiding in het uitvragen naar behoeftes en het leren gebruiken van de verschillende zones; wat een geweldige leerervaring voor alle betrokkenen. En hoe gaaf dat ik nog regelmatig te horen krijg hoe de school voelt als een perfecte jas voor de dynamiek van UniC en haar gebruikers. En dat o.a. van een man als Jelmer Evers, niet de minste als het om innovatief onderwijs gaat en docent bij UniC.

En wanneer je er rondloopt zie je dat ook de slimme materialisering van wanden e.d. werkelijk zo kwalitatief hoogwaardig blijft als vooraf bedacht. 


Met de ervaringen van UniC in mijn rugzak heb ik later nog verschillende VMBO scholen, praktijkscholen, praktijk leerlandschappen en enkele ROC omgevingen ontworpen. De afgelopen jaren opgevolgd door het mee ontwikkelen van het strategisch huisvestingsplan van de Haagse Hogeschool en vorig jaar van de Hogeschool Arnhem en Nijmegen. Ook hierbij stonden contacten met onderwijsprofessionals centraal in het onderzoeken wat zij nodig hebben om optimaal te functioneren. En hoe zij aankijken tegen de ontwikkelingen in het onderwijs, want wat heb je aan gebouwen nodig wanneer in het kader van Valorisatie het bedrijfsleven naar binnen wordt gehaald of wanneer studenten juist veel meer de school uit gaan en het (internationale) werkveld in?

Met de krimp scenario's waar veel scholen nu mee te maken krijgen en de noodzaak om aan het binnenmilieu te sleutelen, wetende dat schoolbesturen zelf de verantwoording voor meerjaren onderhoud moeten gaan oppakken, staan er hele nieuwe uitdagingen voor de deur van onderwijzend Nederland.
Tijdens de Bouwbroedplaats voelde ik me weer helemaal thuis in deze materie en bleken mijn UniC ervaringen rond het werkelijk anders inrichten van je leermethodiek en het daarmee waarde creëren met, voor en door je fysieke huisvesting, nog steeds een dankbare voedingsbodem voor slagen in de goede richting.

Met mijn huidige bril als aanjager van Circulaire Economie zie ik hierin prachtige kansen om verschil te maken. Met behoud van bestaande gebouwen maximaal waarde creëren. En dat door samen met marktpartijen de schouders te zetten onder de leeromgeving.

Tijdens de workshops in de BouwBroedplaats kwamen daarvoor perfecte voorbeelden voorbij. Door uit te vragen op basis van prestatie laten schoolbesturen zich ontzorgen en garanderen bouwers maximale waardeontwikkeling en prestaties van hun bouwkundige oplossingen. Dus geen mooie praatjes, maar garanties die gedurende de looptijd gestalte moeten krijgen en houden. Zo niet dan zal de bouwer moeten bijschakelen én betalen!
Daar geloof ik in. Vakmanschap waar het hoort, bij de vakman/vrouw in zijn/haar eigen professie. Maar dan wel in Verbinding met de stakeholders en gebaseerd op Vertrouwen.
Vakmanschap Verbinding Vertrouwen dus, dat zijn ook de  waarden onder de Rijnlandse organisatie principes, gedragen door de scene rondom het organisatieadvies netwerk van DeLimes, mijn inspiratiebron waar het gaat om nieuw organiseren én de plek waar ik Sandra van Kolfschoten heb leren kennen.

Zo mooi, wanneer na jaren, het cirkeltje op deze manier weer rond wordt. Ook dat is een bewijs dat circulaire economie en Rijnlandse drijfveren elkaar op een organische manier verder helpen en als logisch DNA de onderlegger vormen voor een transitie naar nieuwe kwaliteit.
Kwaliteit van leren, van leven en van een gezond, schoon en volhoudbaar milieu (binnen en buiten onderwijsgebouwen!).



Sunday 11 January 2015

Circulaire Economie en meervoudige waardecreatie.

Voor veel mensen is Circulaire Economie net zoiets als Cradle to Cradle.
Van Wieg tot Wieg op het gebied van grondstoffen.
Het sluiten van de kringloop rondom materialen, opdat afval wordt voorkomen. Zodra een product zijn technische toepasbaarheid is verloren gaan de grondstoffen over in een volgend product, liefst van gelijkwaardige allure en nog liever, van een hoogwaardiger statuur.

In mijn ogen is dat een te smalle kijk op Circulaire Economie en een beeld dat een te enge bewegingsruimte toelaat.

Er is niets op tegen wanneer kringlopen mooi gesloten raken en producenten zich de verantwoordelijkheid aanmeten een waardevolle toekomst te regisseren voor de grondstoffen en producten die zij verwerken. Maar dat is niet de enige manier om tot een aantrekkelijkere vorm van waardecreatie te komen.

In veel opzichten leidt het huidige streven naar circulaire innovatie niet zozeer tot het sluiten van kringlopen. Zo wordt bij het "Circulair Inkopen" vanuit de gelijknamige Green Deal op dit moment heel sterk ingezet op de regie die producenten nemen over de producten na afloop van de afgesproken toepassingsperiode. Dat is zuiver bekeken niet circulair, dat is het verlengen van de lineaire levensduur. Let op, daar heb ik ook helemaal niets op tegen, sterker nog ik juich dat toe. Al was het maar om een bewustzijn rondom kwaliteit (terug) te brengen op de werkvloer en in het inkooptraject is dit een slimme strategie. Maar circulair is het niet. Hooguit een bijproduct van een nobel circulair streven.

En over die bijvangsten wil ik het hebben. Die zijn in mijn ogen een belangrijke drijfveer van circulair handelen en horen bewust deel uit te maken van de afwegingen die beslissers dienen mee te nemen in hun besluitvorming en dus in hun uitvraag cq aanbieding.

Daarmee blijken er dus meerdere aspecten een rol te spelen in het creëren van waarde vanuit circulariteit. Vandaar de kreet MEERVOUDIGE WAARDECREATIE.

Zonder compleet te willen zijn noem ik hier een aantal waardevolle onderdelen die ik zie als drijfveren voor een circulaire economie.

Enkele circulair voor de hand liggende:

  1. Voorkomen van uitputting van de aarde.
  2. Voorkomen van het vergiftigen van het milieu / de leefomgeving van mens, dier en alle andere levende organismen.
  3. Verlenging van de praktische toepasbaarheid van producten en/of product onderdelen. 
  4. Minimaliseren van energie consumptie bij de productie, verplaatsing en in stand houding van producten.
  5. Respectvol produceren in relatie tot veiligheid, ontwikkelingskansen van arbeidskrachten, wetgeving, het voorkomen van op slavernij lijkende praktijken en de inzet van bijvoorbeeld kinderarbeid.

Bij die nr. 5 kijken we al buiten de pure product focus! Maar dit gaat verder.

In mijn ogen hoort de "inclusieve samenleving" een vast onderdeel van het circulaire DNA te zijn. En daar kan op aangestuurd worden binnen het opnieuw uitvinden van "de economie" zoals ik het vormgeven van een Circulaire Economie zie. Drijfveren daarin zijn voor mij:

  1. Voorkomen van uitval van mensen en hun Talenten.
  2. Zorgen dat mensen met enige vorm van (ogenschijnlijke) achterstanden niet het kind van een rekening worden en de kans krijgen als volwaardige deelnemer in alle actieve vormen van burgerschap een waardevolle rol te spelen.
  3. Dat geld voor mensen die "bij het uitdelen van bepaalde vaardigheden of lichaamsdelen niet helemaal vooraan hebben gestaan" en voor alle anderen met een vorm van achterstand op de arbeidsmarkt.
  4. Maar evenzogoed voor mensen die over een ruime mate van intelligentie en vaardigheden beschikken, maar doordat ze zich daarmee "onderscheiden" van de middenmoot, net zo goed niet de ankers weten te vinden of te hanteren die hun talenten tot ontplooiing kunnen brengen.
Circulaire Economie kent niet voor niets de term economie.
Dat is een waardevol onderdeel van dit thema en met bijzondere bijvangst mogelijkheden, zoals bijvoorbeeld:
  1. Een respectvolle verdeling van de opbrengsten vanuit de totstandkoming van producten en/of diensten. Dat raakt bijvoorbeeld aan een nieuw type afspraken binnen supply-chain ketensamenwerkingen, waarbij toeleveranciers als lange termijn partners worden gezien die ook alleen maar volhoudbaar kunnen opereren wanneer er aan hun Profit aandacht wordt besteed, om samen met hen de Planet en de People kant te kunnen verbeteren.
  2. Deel economie. Sharing-Economy. Coöperatieve initiatieven voor lokale productie van producten, diensten (maaltijden bijv.) of (hernieuwbare) energie. Vormen van nieuwe businessmodellen waarbij de economie een heel ander karakter krijgt. De consument wordt deelnemer aan de waardecreatie, een Prosument (samentrekking van producent en consument). Harde grenzen vervagen daarbij tussen de zuilen in de bestaande industrialisering, verhandeling en gebruik van producten. Deze nieuwe vormen van economie bedrijven creëren een "enabling environment" (vind ik een hele mooie kreet, jammer dat ik er geen Nederlandse evenknie van kan bedenken!) voor actieve burgers en innovatieve ondernemers om creatieve coalities te vormen en samen waarde te ontwikkelen. Deze enabling environments zijn de voedingsbodem voor nieuwe kansen en uitdagingen, waarbij bestaande en nieuwe ondernemers worden uitgedaagd werk te maken van nieuwe business modellen en verdienmodellen, die inspelen op dit soort vormen van waardecreatie.
Bij elke kans hoort net als altijd, ook een gepaste waakzaamheid. Zo blijken de recente ontwikkelingen rondom de "sharing diensten" van bijvoorbeeld Uber en AirBnB, ondanks hun sharing connectivity 'nieuwe economie" uitstraling, vooral toch ook hun eigen kas te spekken, waarmee het "disruptive innovation" aspect niet automatisch congruent is met het eerlijk verdelen van de revenuen. 

Hiermee keren we terug bij die Meervoudige Waardecreatie. Zoals aangegeven zijn de bovenstaande voorbeelden verre van compleet. Maar ze laten zien dat Circulaire Economie meer behelst dan de "platte productkant". Daarmee ontstaat er een nieuwe rijkdom aan waardevolle kansen om de samenleving een beetje slimmer en mooier te laten functioneren. Maar we dienen tegelijkertijd op te letten of elke beweging brengt wat wordt gedacht of verwacht. Want op diezelfde aspecten als hierboven aangehaald kun je ook achteruitgang boeken, of bepaalde "kinderen met het badwater wegspoelen".

In mijn ogen zijn daarbij verschillende rollen weggelegd voor een groot aantal stakeholders in het hele krachtenveld. En die hebben we allemaal nodig om tot waardevolle varianten te komen die ik circulair zou willen en durven te noemen. 
Om die reden bouwen wij er als Stichting Circulaire Economie aan een ecosysteem te ontwikkelen, waarin zo veel mogelijk verschillende stakeholders vertegenwoordigd zijn en van, voor en met elkaar werk maken van Circulaire Economie. Ondernemers, Overheden en Onderwijsinstellingen doen het samen. En wij als vertegenwoordigers van de Stichting Circulaire Economie proberen daarbinnen de rol van verbinder, maar ook van kenniswerker én circulaire thermometer te zijn, in de zin van handhaver van de circulaire waarden.

Zolang we nog in de ontwikkelfase zitten (en die zal denk ik nooit over gaan, we zullen met ons allen ons leven lang blijven leren, bijschaven en doorontwikkelen als ware het de Echternach Processie = drie stappen vooruit en weer twee terug!) blijft het pionieren, proberen en analyseren. 
Maar het voornaamste is dat, ondanks deze best ingewikkelde kanten aan het circulaire wordingsproces, we niet moeten en mogen wachten.

Gewoon DOEN en dan bewust KWW (Kiek'n wat't wot!)

Alleen dan maak je waardevolle meters en komen we er achter waar de kansen en de weerhaken zitten en hoe we die het beste kunnen ombuigen en kantelen tot meervoudige én maatschappelijke waardecreatie mogelijkheden. 

Studenten geven het goede voorbeeld!

Een mooi voorbeeld hiervan deed zich woensdag 14 januari voor op de Vakbeurs Facilitair in Den Bosch. 5 teams van facilitaire SAXION studenten boden aan echte bedrijven hun zeer waardevolle circulaire ideeën aan. Ontwikkeld binnen deze Deventerse HBO waar wij als Stichting Circulaire Economie aan bijdragen vanuit onze JuniorKamer / Circular Incubator.
Jonge beroepsbeoefenaren in de dop die met zeer waardevolle oplossingen komen voor facilitair gekleurde uitdagingen. Situaties en/of producten waar zij zich aan hebben gestoord en die zij op hele praktische manieren hebben weten te kantelen tot nieuwe kansen voor de zakelijke markt in FM.

Op de beurs boden zij deze plannen aan. Alle 5 de ideeën hebben een maatschappelijk relevantie, dragen bij aan een circulaire samenleving. En tegelijkertijd maken de studenten hierdoor zelf werk van hun 21th Century Skills; de vaardigheden die wij vanuit onze JuniorKamer / Circular Incubator willen stimuleren, aangezien je niet meer zonder kunt, wil je effectief kunnen meedraaien in de samenleving zoals die zich nu voordoet en de veranderingen die er aan zitten te komen.

Meervoudige waardecreatie dus, met maatschappelijke meerwaarde. 
We practice what we preach en helpen anderen datzelfde te doen!

Doe, of wil, jij dat ook? Dan is ons ecosysteem ook iets voor jou!










Wednesday 24 December 2014

Wat maakt innovatie rondom Circulaire Economie nu anders dan bijvoorbeeld een regulier LEAN traject? Een voorbeeld!

Waar Circulaire Economie gaat over het voorkomen van verspilling en afval kun je dat zelfde zeggen over LEAN toch?

Deze vraag werd mij onlangs gesteld en mijn antwoord bleek verhelderend. Daarom wil ik dat nu in deze blog ook maar eens voor het voetlicht brengen.

Ik zie heel veel verschillen en dit maakt tevens duidelijk welke aspecten zoal deel uitmaken van mijn veelomvattende beeld van Circulaire Economie.

Stel dat we redeneren vanuit een producent van boormachines.
Er zijn verschillende niveau's te bedenken waarop deze kan werken aan een betere bedrijfsvoering.

Wat het bedrijf al zal hebben gedaan:

1. Het ontwikkelen van een draadloos apparaat.
2. Het opvoeren van de batterij leeftijd en de laadtijd.
3. Het reduceren van (overtollig) materiaal i.v.m. kostenreductie.
4. Het terug brengen van de kwaliteit (tot een minimumgrens?) i.v.m. winstmaximalisatie.

5. Nu kan hij de volgende stap maken door goedkoper te willen produceren. Door naar lage lonen landen over te stappen, of de aantallen op te voeren en te robotiseren bijvoorbeeld.

6. Binnen LEAN ga je (als het goed is met de vakmensen zelf) kijken of je binnen de bestaande productiemethodiek verbeteringen kunt toepassen. Je blijft in principe dezelfde boormachine maken, maar verbetert het proces, haalt verspilling uit wachttijden, transportroutes, voorraad en dubbelingen in controles en andere handelingen en verwijdert bottlenecks in de productie.

A. Met andere woorden je bestudeert als het ware de ladder waarmee je omhoog klimt (naar die bestaande boormachine) en probeert de zo kort mogelijke klimroute te realiseren.

B. Kijkend naar het circulair willen maken van de bedrijfsvoering van de boormachine producent, vergelijk ik het innovatieproces liever met Value Engineering dan met LEAN. Bij Value Engineering is de metafoor van de ladder dat je eerst gaat kijken of de ladder wel tegen het juiste muurtje staat, voordat je het klimmen gaat verbeteren (en dan alsnog LEAN toepast wellicht).

7 In het geval van de boormachinefabrikant kom je dan bijvoorbeeld uit bij dat de klant geen boormachine wil, maar gaten. En hoe kun je die klant helpen met het maken van gaten?

8. Denkend vanuit Circulaire Economie kom je dan bijvoorbeeld op de parallellen vanuit de deeleconomie en dan is de vraag of iedere gatenmaker wel zelf een boormachine nodig heeft. Je hoeft immers geen eigenaar te zijn van de machine om hem te kunnen gebruiken.
9. Zo kom je wellicht tot een oplossing om speciale boormachines te maken die passen in een leen- / deeleconomie (sharing economy).
10. Dus bijvoorbeeld een boormachine met een RFID tag / chip die volgbaar is via het internet en die bij houdt wie hoeveel gaten heeft geboord. Waarbij de gebruiker betaalt voor het aantal gaten / of omwentelingen van de boorkop oid.
11. Met een dergelijk nieuw businessmodel wordt het aantrekkelijk voor de boormachine producent om veel betere machines te gaan maken, die lang meegaan, sterk zijn en waarvan bepaalde onderdelen eenvoudig vervangbaar zijn bij slijtage.

12. Als maatschappij krijgen we de beschikking over perfecte machines zonder dat er overal spullen in de kast liggen van inferieure kwaliteit. Dus minder grondstoffen in gebruik, minder afval, want minder spullen en spullen gaan langer mee. Zo ontstaan er interessante oplossingen voor alle partijen die tegelijkertijd de wereld een stukje meer circulair maken.
13. Mits de nieuwe boormachine zo wordt ontworpen dat uiteindelijk alle onderdelen uit elkaar gehaald kunnen worden, reparabel zijn en op materiaal worden gescheiden en hergebruikt.
14. Dus ook het "end of this life and up to the next life" moet onderdeel worden van het businessmodel van de producent.
15. Dit houdt in dat je zult moeten kijken met wie je als boormachine producent coalitie afspraken maakt om het hele gebruiksproces en de terugname te organiseren. Dit gaat om vormen van ketenintegratie en het herzien van verdienmodellen,

16. Gaan we nog een stap verder dan is wellicht het gebruikersbelang niet het boren van gaten, maar het ophangen van schilderijen. En wellicht kan dat ook met hele andere oplossingen dan gaten boren, bijvoorbeeld met magneethaken of klittenband. Dit zou een nieuwe markt kunnen betekenen voor de boormachine producent.

17. En een volgende stap zou kunnen worden dat de boormachine fabrikant oplossingen op de markt gaat brengen waardoor in prefab wanden een automatisch schilderij ophangsysteem wordt geïntegreerd. Zodat er geen gaten meer geboord hoeven worden en geen extra materialen nodig zijn.

18. Bij deze laatste ideeën moeten we ons wel telkens de vraag stellen of zij bijdragen aan een meer circulaire oplossing. Wanneer geïntegreerde ophangsystemen tot gevolg hebben dat er materialen moeten worden gecombineerd die zo onlosmakelijk met elkaar worden verbonden dat ze geen volgend leven kunnen krijgen, dan schieten we de verkeerde kant op.


Van stap 8 - 15 en 18 word ik het meest warm.
Iedereen die ik kan helpen bij het ontwikkelen van dergelijke oplossingen voor zijn / haar bedrijf / organisatie bied ik met alle plezier mijn diensten aan!

En zijn je uitdagingen bouw - installatie - interieur en/of facilitair gericht, sluit je dan aan bij ons ecosysteem van de Stichting Circulaire Economie. Dan vliegen we jouw vraagstukken samen aan met andere participanten die daar oren naar hebben!