Welkom op mijn blog

Bespiegelingen van Erick Wuestman rondom:
- Circulaire Economie,
- ontwikkelingen binnen de Stichting Circulaire Economie
- ervaringen in relatie tot SquibS, events van, door en voor slimme jongeren.


Sunday 25 January 2015

Bouwbroedplaats Scholenbouw

Donderdag 22 jan. vond de BouwBroedplaats Scholenbouw plaats in Amersfoort. Georganiseerd door Sandra van Kolfschoten samen met mensen van Dura Vermeer.
Een heerlijke middag, met als doel om bouwers en onderwijsexperts elkaars taal te leren en te zorgen voor BELANGENVERSTRENGELING zoals Sandra het terecht noemt.

Een prominente plek was weggelegd voor de VIP gasten. Te weten een groep basisschool leerlingen die mee mochten luisteren met de toekomstvoorspellingen van Trendwatcher Lieke Lamb en daar hun meest interessante onderdelen uit hebben gefilterd.
Aan het eind van de middag kwam een tweede groep VIP's binnen, zij werden elk als belangrijke bron van inspiratie toegevoegd aan een team van bouwers en experts om DE IDEALE SCHOOL te ontwerpen.
Ter afsluiting werd een groep PO leerlingen aangekondigd als Minister van Onderwijs en haar metgezellen en zij werden de jury rond het vaststellen van het beste ontwerp.

Het was echt merkbaar hoe de aanwezigheid van de kinderen invloed had op de processen en dat alle volwassenen zich beter dan wanneer ook realiseerden dat een onderwijsgebouw er is voor de gebruikers. En dus daaraan ook maximaal ondersteunend moet zijn. 

Deze middag bracht mij terug naar mijn eerste school ervaring, niet in de bankjes, maar als betrokkene bij huisvesting. Dat begon met het aanbrengen van akoestische demping in de lokale peuterschool waar we als jonge ouders wolken hebben staan snijden van witte Baffles en die als wolkenhemel drie laags dik hebben gemonteerd aan het plafond. Al na de eerste zaterdag klussen was het nadrukkelijk merkbaar dat niet alleen het geluid beter werd, maar dat vooral het gedrag van de kinderen veranderde. Minder druk, minder elkaar overschreeuwen, meer aandacht voor hun omgeving en elkaar. En daarmee veranderde de rol van de juffen mee. Meer op de inhoud, veel minder op handhaving. Én aanzienlijk minder hoofdpijn aan het eind van de werkdag.

Verderop in mijn loopbaan mocht ik als ontwerper en critical friend meewerken aan UniC. Een zeer eigenzinnige HAVO VWO in Utrecht. Deze school haalde bij haar opening direct het jeugdjournaal op TV en is jarenlang regelmatig in het nieuws (geweest) als innovatieve school met een hoog pioniersgehalte. (VPRO Tegenlicht van 1 februari 2015 kwam UniC ook weer voorbij)
We begonnen in een leegstand kantoorgebouw en elk jaar keken we goed hoe het UniC onderwijs zich ontwikkelde en ontwierpen we een passende leeromgeving voor de volgende groep instromers, of voor de groep die doorstroomde naar het volgende leerjaar. Zo liep het gebouw elk jaar vol met 130 nieuwe leerlingen en groeiden alle groepen door naar een volgende ruimte, met nieuwe kenmerken, volledig gebaseerd op het bijzondere onderwijsprincipe van deze overigens gewone openbare middelbare school. 
Maar héél gewoon was het allemaal niet. In 2004 werkten we met speciaal ontworpen in het tafelblad wegklappende beeldschermen, want laptops waren er nog niet, flatscreens in onderwijs was al heel bijzonder. Het hele onderwijs was opgezet om zonder boeken te werken. Alles digitaal, met zelf ontwikkelde digitale lesmaterialen en een uiterst gave eigen digitale leeromgeving. Ruim 10 jaar geleden!!
En ook de fysieke leeromgevingen leken in niets op de leerlingset busopstellingen van alle overige Havo VWO scholen. Dat trok letterlijk bussen vol bezoekers naar Utrecht.

Na 6 jaar had UniC zich dermate bewezen dat de Gemeente Utrecht akkoord gaf voor nieuwbouw. Ik mocht op alle fronten mee denken en werken aan dé ideale leeromgeving voor het UniC onderwijs. Opnieuw alles activiteiten gerelateerd. Grote en kleine ruimtes. Plekken voor dynamiek, plekken voor stilte, hoge en lage tafels, theater en lounge zones etc. En de traditionele aula werd ingewisseld voor openbare centrale zones met een grote variatie aan zit en hangplekken, opdat deze ruimte echt het verlengstuk van de leeromgeving werden.

Architectenselectie, programma van eisen, interieur aanbesteding, interieur architectuur, deelname aan het bouwteam, docentenbegeleiding in het uitvragen naar behoeftes en het leren gebruiken van de verschillende zones; wat een geweldige leerervaring voor alle betrokkenen. En hoe gaaf dat ik nog regelmatig te horen krijg hoe de school voelt als een perfecte jas voor de dynamiek van UniC en haar gebruikers. En dat o.a. van een man als Jelmer Evers, niet de minste als het om innovatief onderwijs gaat en docent bij UniC.

En wanneer je er rondloopt zie je dat ook de slimme materialisering van wanden e.d. werkelijk zo kwalitatief hoogwaardig blijft als vooraf bedacht. 


Met de ervaringen van UniC in mijn rugzak heb ik later nog verschillende VMBO scholen, praktijkscholen, praktijk leerlandschappen en enkele ROC omgevingen ontworpen. De afgelopen jaren opgevolgd door het mee ontwikkelen van het strategisch huisvestingsplan van de Haagse Hogeschool en vorig jaar van de Hogeschool Arnhem en Nijmegen. Ook hierbij stonden contacten met onderwijsprofessionals centraal in het onderzoeken wat zij nodig hebben om optimaal te functioneren. En hoe zij aankijken tegen de ontwikkelingen in het onderwijs, want wat heb je aan gebouwen nodig wanneer in het kader van Valorisatie het bedrijfsleven naar binnen wordt gehaald of wanneer studenten juist veel meer de school uit gaan en het (internationale) werkveld in?

Met de krimp scenario's waar veel scholen nu mee te maken krijgen en de noodzaak om aan het binnenmilieu te sleutelen, wetende dat schoolbesturen zelf de verantwoording voor meerjaren onderhoud moeten gaan oppakken, staan er hele nieuwe uitdagingen voor de deur van onderwijzend Nederland.
Tijdens de Bouwbroedplaats voelde ik me weer helemaal thuis in deze materie en bleken mijn UniC ervaringen rond het werkelijk anders inrichten van je leermethodiek en het daarmee waarde creëren met, voor en door je fysieke huisvesting, nog steeds een dankbare voedingsbodem voor slagen in de goede richting.

Met mijn huidige bril als aanjager van Circulaire Economie zie ik hierin prachtige kansen om verschil te maken. Met behoud van bestaande gebouwen maximaal waarde creëren. En dat door samen met marktpartijen de schouders te zetten onder de leeromgeving.

Tijdens de workshops in de BouwBroedplaats kwamen daarvoor perfecte voorbeelden voorbij. Door uit te vragen op basis van prestatie laten schoolbesturen zich ontzorgen en garanderen bouwers maximale waardeontwikkeling en prestaties van hun bouwkundige oplossingen. Dus geen mooie praatjes, maar garanties die gedurende de looptijd gestalte moeten krijgen en houden. Zo niet dan zal de bouwer moeten bijschakelen én betalen!
Daar geloof ik in. Vakmanschap waar het hoort, bij de vakman/vrouw in zijn/haar eigen professie. Maar dan wel in Verbinding met de stakeholders en gebaseerd op Vertrouwen.
Vakmanschap Verbinding Vertrouwen dus, dat zijn ook de  waarden onder de Rijnlandse organisatie principes, gedragen door de scene rondom het organisatieadvies netwerk van DeLimes, mijn inspiratiebron waar het gaat om nieuw organiseren én de plek waar ik Sandra van Kolfschoten heb leren kennen.

Zo mooi, wanneer na jaren, het cirkeltje op deze manier weer rond wordt. Ook dat is een bewijs dat circulaire economie en Rijnlandse drijfveren elkaar op een organische manier verder helpen en als logisch DNA de onderlegger vormen voor een transitie naar nieuwe kwaliteit.
Kwaliteit van leren, van leven en van een gezond, schoon en volhoudbaar milieu (binnen en buiten onderwijsgebouwen!).



Sunday 11 January 2015

Circulaire Economie en meervoudige waardecreatie.

Voor veel mensen is Circulaire Economie net zoiets als Cradle to Cradle.
Van Wieg tot Wieg op het gebied van grondstoffen.
Het sluiten van de kringloop rondom materialen, opdat afval wordt voorkomen. Zodra een product zijn technische toepasbaarheid is verloren gaan de grondstoffen over in een volgend product, liefst van gelijkwaardige allure en nog liever, van een hoogwaardiger statuur.

In mijn ogen is dat een te smalle kijk op Circulaire Economie en een beeld dat een te enge bewegingsruimte toelaat.

Er is niets op tegen wanneer kringlopen mooi gesloten raken en producenten zich de verantwoordelijkheid aanmeten een waardevolle toekomst te regisseren voor de grondstoffen en producten die zij verwerken. Maar dat is niet de enige manier om tot een aantrekkelijkere vorm van waardecreatie te komen.

In veel opzichten leidt het huidige streven naar circulaire innovatie niet zozeer tot het sluiten van kringlopen. Zo wordt bij het "Circulair Inkopen" vanuit de gelijknamige Green Deal op dit moment heel sterk ingezet op de regie die producenten nemen over de producten na afloop van de afgesproken toepassingsperiode. Dat is zuiver bekeken niet circulair, dat is het verlengen van de lineaire levensduur. Let op, daar heb ik ook helemaal niets op tegen, sterker nog ik juich dat toe. Al was het maar om een bewustzijn rondom kwaliteit (terug) te brengen op de werkvloer en in het inkooptraject is dit een slimme strategie. Maar circulair is het niet. Hooguit een bijproduct van een nobel circulair streven.

En over die bijvangsten wil ik het hebben. Die zijn in mijn ogen een belangrijke drijfveer van circulair handelen en horen bewust deel uit te maken van de afwegingen die beslissers dienen mee te nemen in hun besluitvorming en dus in hun uitvraag cq aanbieding.

Daarmee blijken er dus meerdere aspecten een rol te spelen in het creëren van waarde vanuit circulariteit. Vandaar de kreet MEERVOUDIGE WAARDECREATIE.

Zonder compleet te willen zijn noem ik hier een aantal waardevolle onderdelen die ik zie als drijfveren voor een circulaire economie.

Enkele circulair voor de hand liggende:

  1. Voorkomen van uitputting van de aarde.
  2. Voorkomen van het vergiftigen van het milieu / de leefomgeving van mens, dier en alle andere levende organismen.
  3. Verlenging van de praktische toepasbaarheid van producten en/of product onderdelen. 
  4. Minimaliseren van energie consumptie bij de productie, verplaatsing en in stand houding van producten.
  5. Respectvol produceren in relatie tot veiligheid, ontwikkelingskansen van arbeidskrachten, wetgeving, het voorkomen van op slavernij lijkende praktijken en de inzet van bijvoorbeeld kinderarbeid.

Bij die nr. 5 kijken we al buiten de pure product focus! Maar dit gaat verder.

In mijn ogen hoort de "inclusieve samenleving" een vast onderdeel van het circulaire DNA te zijn. En daar kan op aangestuurd worden binnen het opnieuw uitvinden van "de economie" zoals ik het vormgeven van een Circulaire Economie zie. Drijfveren daarin zijn voor mij:

  1. Voorkomen van uitval van mensen en hun Talenten.
  2. Zorgen dat mensen met enige vorm van (ogenschijnlijke) achterstanden niet het kind van een rekening worden en de kans krijgen als volwaardige deelnemer in alle actieve vormen van burgerschap een waardevolle rol te spelen.
  3. Dat geld voor mensen die "bij het uitdelen van bepaalde vaardigheden of lichaamsdelen niet helemaal vooraan hebben gestaan" en voor alle anderen met een vorm van achterstand op de arbeidsmarkt.
  4. Maar evenzogoed voor mensen die over een ruime mate van intelligentie en vaardigheden beschikken, maar doordat ze zich daarmee "onderscheiden" van de middenmoot, net zo goed niet de ankers weten te vinden of te hanteren die hun talenten tot ontplooiing kunnen brengen.
Circulaire Economie kent niet voor niets de term economie.
Dat is een waardevol onderdeel van dit thema en met bijzondere bijvangst mogelijkheden, zoals bijvoorbeeld:
  1. Een respectvolle verdeling van de opbrengsten vanuit de totstandkoming van producten en/of diensten. Dat raakt bijvoorbeeld aan een nieuw type afspraken binnen supply-chain ketensamenwerkingen, waarbij toeleveranciers als lange termijn partners worden gezien die ook alleen maar volhoudbaar kunnen opereren wanneer er aan hun Profit aandacht wordt besteed, om samen met hen de Planet en de People kant te kunnen verbeteren.
  2. Deel economie. Sharing-Economy. Coöperatieve initiatieven voor lokale productie van producten, diensten (maaltijden bijv.) of (hernieuwbare) energie. Vormen van nieuwe businessmodellen waarbij de economie een heel ander karakter krijgt. De consument wordt deelnemer aan de waardecreatie, een Prosument (samentrekking van producent en consument). Harde grenzen vervagen daarbij tussen de zuilen in de bestaande industrialisering, verhandeling en gebruik van producten. Deze nieuwe vormen van economie bedrijven creëren een "enabling environment" (vind ik een hele mooie kreet, jammer dat ik er geen Nederlandse evenknie van kan bedenken!) voor actieve burgers en innovatieve ondernemers om creatieve coalities te vormen en samen waarde te ontwikkelen. Deze enabling environments zijn de voedingsbodem voor nieuwe kansen en uitdagingen, waarbij bestaande en nieuwe ondernemers worden uitgedaagd werk te maken van nieuwe business modellen en verdienmodellen, die inspelen op dit soort vormen van waardecreatie.
Bij elke kans hoort net als altijd, ook een gepaste waakzaamheid. Zo blijken de recente ontwikkelingen rondom de "sharing diensten" van bijvoorbeeld Uber en AirBnB, ondanks hun sharing connectivity 'nieuwe economie" uitstraling, vooral toch ook hun eigen kas te spekken, waarmee het "disruptive innovation" aspect niet automatisch congruent is met het eerlijk verdelen van de revenuen. 

Hiermee keren we terug bij die Meervoudige Waardecreatie. Zoals aangegeven zijn de bovenstaande voorbeelden verre van compleet. Maar ze laten zien dat Circulaire Economie meer behelst dan de "platte productkant". Daarmee ontstaat er een nieuwe rijkdom aan waardevolle kansen om de samenleving een beetje slimmer en mooier te laten functioneren. Maar we dienen tegelijkertijd op te letten of elke beweging brengt wat wordt gedacht of verwacht. Want op diezelfde aspecten als hierboven aangehaald kun je ook achteruitgang boeken, of bepaalde "kinderen met het badwater wegspoelen".

In mijn ogen zijn daarbij verschillende rollen weggelegd voor een groot aantal stakeholders in het hele krachtenveld. En die hebben we allemaal nodig om tot waardevolle varianten te komen die ik circulair zou willen en durven te noemen. 
Om die reden bouwen wij er als Stichting Circulaire Economie aan een ecosysteem te ontwikkelen, waarin zo veel mogelijk verschillende stakeholders vertegenwoordigd zijn en van, voor en met elkaar werk maken van Circulaire Economie. Ondernemers, Overheden en Onderwijsinstellingen doen het samen. En wij als vertegenwoordigers van de Stichting Circulaire Economie proberen daarbinnen de rol van verbinder, maar ook van kenniswerker én circulaire thermometer te zijn, in de zin van handhaver van de circulaire waarden.

Zolang we nog in de ontwikkelfase zitten (en die zal denk ik nooit over gaan, we zullen met ons allen ons leven lang blijven leren, bijschaven en doorontwikkelen als ware het de Echternach Processie = drie stappen vooruit en weer twee terug!) blijft het pionieren, proberen en analyseren. 
Maar het voornaamste is dat, ondanks deze best ingewikkelde kanten aan het circulaire wordingsproces, we niet moeten en mogen wachten.

Gewoon DOEN en dan bewust KWW (Kiek'n wat't wot!)

Alleen dan maak je waardevolle meters en komen we er achter waar de kansen en de weerhaken zitten en hoe we die het beste kunnen ombuigen en kantelen tot meervoudige én maatschappelijke waardecreatie mogelijkheden. 

Studenten geven het goede voorbeeld!

Een mooi voorbeeld hiervan deed zich woensdag 14 januari voor op de Vakbeurs Facilitair in Den Bosch. 5 teams van facilitaire SAXION studenten boden aan echte bedrijven hun zeer waardevolle circulaire ideeën aan. Ontwikkeld binnen deze Deventerse HBO waar wij als Stichting Circulaire Economie aan bijdragen vanuit onze JuniorKamer / Circular Incubator.
Jonge beroepsbeoefenaren in de dop die met zeer waardevolle oplossingen komen voor facilitair gekleurde uitdagingen. Situaties en/of producten waar zij zich aan hebben gestoord en die zij op hele praktische manieren hebben weten te kantelen tot nieuwe kansen voor de zakelijke markt in FM.

Op de beurs boden zij deze plannen aan. Alle 5 de ideeën hebben een maatschappelijk relevantie, dragen bij aan een circulaire samenleving. En tegelijkertijd maken de studenten hierdoor zelf werk van hun 21th Century Skills; de vaardigheden die wij vanuit onze JuniorKamer / Circular Incubator willen stimuleren, aangezien je niet meer zonder kunt, wil je effectief kunnen meedraaien in de samenleving zoals die zich nu voordoet en de veranderingen die er aan zitten te komen.

Meervoudige waardecreatie dus, met maatschappelijke meerwaarde. 
We practice what we preach en helpen anderen datzelfde te doen!

Doe, of wil, jij dat ook? Dan is ons ecosysteem ook iets voor jou!